Lezing door kunsthistorica Anne Marie Boorsma
Kort na de Tweede Wereldoorlog bloeiden de kunsten in Den Haag. Het barstte van de culturele initiatieven en creativiteit. In hoog tempo werden er nieuwe woonwijken gebouwd met parkjes en beeldhouwwerken. Kunstenaars maakten studiereizen naar Parijs waar ze zich lieten inspireren door grootheden als Pablo Picasso, Henri Matisse en Juan Miró. Hagenaars als Jan Roëde, Jaap Nanninga en Willem Schrofer richtten kunstgroepen op zoals ‘Verve’, ‘De Posthoorngroep’ en ‘Fugare’. Ook werd driftig gediscussieerd over een wel heel belangrijke kwestie: figuratief versus abstract.
In deze lezing zullen naast bovengenoemde kunstenaars schilders besproken worden als Co Westerik, Willem Hussem, Nol Kroes en Jan Cremer en beeldhouwers als Theo van der Nahmer en Aart van den IJssel.