Logo One Planet

Fossiele energie

Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die ontstaan zijn uit oude planten- en dierenresten. Fossiel betekent letterlijk: iets dat opgegraven is. Deze brandstoffen zitten onder de grond en zijn over een periode van miljoenen jaren ontstaan. Bekende voorbeelden zijn steenkolen, gas en olie. We gaan in een hoog tempo door onze voorraden heen en moeten steeds dieper boren en graven.

Het zwarte goud?

Steenkool onstaat in moerassige gebieden. Door samendrukken ontstaat veen en vervolgens steenkool. Door dit te verbranden, maak je energie. Steenkool werd vanaf 1830 gebruikt in de eerste fabrieken in Engeland om energie op te wekken. Sindsdien werd steenkool voor de industrie een steeds belangrijkere energiebron. Het werd daarom ook wel het zwarte goud genoemd. Op veel plekken in de wereld werd er druk gegraven naar steenkool. Ook in Nederland: aan het begin van de twintigste eeuw openden er mijnen in Zuid-Limburg.

Tegenwoordig is steenkool minder populair. In Nederland zorgde steenkool in 2020 voor zo'n twintig procent van de opgewekte elektriciteit. In 2005 was dat nog negentig procent. Er staan in Nederland nu nog drie steenkolencentrales. Die moeten in 2030 allemaal gesloten zijn.

Bekijk hier alle collectie rondom mijnbouw van Museon-Omniversum.

Olie

Olie ontstaat diep in de aarde. Meer en meer materiaal hoopt zich op en de organische laag van dode planten en dieren versteent op kilometers diepte onder hoge druk tot zwarte leisteen. De temperatuur loopt op tot rond de 100 graden Celsius. Onder hoge temperatuur en druk vallen de moleculen uiteen, ze worden 'gekraakt', tot kortere ketens, bestaand uit koolstof en waterstof. Het mengsel dat zo ontstaat is ruwe aardolie. Hoge druk perst aardolie langzaam omhoog door kleine barstjes in de steenlaag. Als de olie gevangen wordt onder een ondoordringbare zout- of leisteenlaag, spreken geologen van een olieval. Daar is mogelijk olie en aardgas te winnen.

Die olie moet worden opgeboord. Het boren gebeurt met een boorkop aan het uiteinde van een lange stalen pijp. De kop graaft zichzelf met draaiende beitels de grond in. Boven de boorput komt een boortoren die nodig is om de stalen pijp, de boorstang, telkens te verlengen met nieuwe pijpen.

De inhoud van een olievat (159 liter) is nog steeds de eenheidsmaat in de oliewereld. De verwachting is dat het wereldverbruik tot 2024 wel meer dan 100 miljoen vaten per dag zal zijn. Dat zijn ruim zesduizend zwembaden vol. Elke dag weer.


Aardgaswinning in Slochteren

Aardgaswinning in Slochteren. Fotograaf: Evers, Joost / Anefo - Publiek domein

Nederland, aardgasland

Bij een olieveld wordt ook vaak gas gevonden. Meestal is gas veel langer geleden gevormd dan olie. Op grote diepte en bij temperaturen hoger dan 150 graden Celsius zijn de plantenresten gekraakt tot steenkool (C) en aardgas (CH4). Net als aardolie is aardgas alleen te winnen als het onder een aardlaag gevangen blijft. Bijvoorbeeld een zoutlaag als overblijfsel van een verdampte zee.

Het geluk van Slochteren

In 1959 deed de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) een proefboring in de buurt van het Groningse plaatsje Slochteren. Ze vonden een heleboel gas, gevangen onder een zoutkoepel. Dit maakte Nederland tot aardgasland. Het Groningen-veld is namelijk één van de grootste aardgasvelden ter wereld. De NAM produceerde in 2022 8,4 miljard kubieke meter aardgas, het grootste deel nog steeds in Groningen. De rest kwam uit kleine velden op het land en uit gaswinning op zee.



Klik door naar...