Alfred Nobel werd geboren in Stockholm waar hij onderzoek deed naar explosieven. Na een aantal niet zonder schade gedane experimenten: de dood van zijn broer Emil en een aantal werknemers, ontwikkelde hij een stabiele springstof "dynamiet". Hij werd al snel schatrijk door de verkoop aan mijnbouwbedrijven en wapenfabrikanten. Toen hij in de pers ‘handelaar in de dood’ werd genoemd, vanwege het oorlogsleed dat hij met zijn uitvinding de mensheid aandeed, had dat grote invloed op hem. Hij veranderde zijn testament zo dat zijn nalatenschap gebruikt moest worden voor wat uiteindelijk de Nobelprijzen werden voor natuurkunde, scheikunde, geneeskunde, letterkunde en de vrede.
In de Noorse hoofdstad Oslo wordt jaarlijks op de sterfdag van Alfred Nobel, 10 december, de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt; de overige Nobelprijzen worden op dezelfde dag in de Zweedse hoofdstad Stockholm uitgereikt.