In de loop van de geschiedenis heeft de mens zijn best gedaan om de eigenschappen van dieren en planten zo te veranderen dat ze nuttiger worden voor de mens en, bij dieren, dat ze gemakkelijker in de buurt van de mens kunnen leven. Dat bereik je door soorten met de gewenste eigenschappen te selecteren en vervolgens met elkaar te kruisen. En tegenwoordig wordt dat ook gedaan door middel van genetische modificatie.
Dieren hebben altijd een grote rol gespeeld in de geschiedenis van de mens. Dit begon al in de prehistorie. Eerst nog met de mens als jager en het dier als prooi. Maar toen de mens van jager boer werd, ontstond er een samenlevingsverband tussen mens en dier.
Het eerste wilde dier dat gedomesticeerd werd, was de wolf. Dit gebeurde zo’n 12.000 jaar geleden. Daarna volgden er nog vele andere dieren zoals het varken (collectie) en het schaap (collectie) in het Midden-Oosten, 9.000 jaar geleden, de kat in Egypte, ongeveer 4.000 jaar geleden en het konijn in Afrika, ongeveer 1.000 jaar geleden. Je kunt dit terugvinden op allerlei voorwerpen uit die tijden, zoals wandtekeningen.
In de middeleeuwen werd het houden van een gezelschapshondje een echt statussymbool. Alleen hele rijke mensen konden zich dat veroorloven. De kerk keurde het houden van huisdieren af, omdat het voer voor de dieren beter aan de armen kon worden gegeven. Pas tegen het einde van de 18e eeuw werd het houden van huisdieren geaccepteerd in Europa.
Ook tegenwoordig maken we nog veel gebruik van huisdieren. Nog steeds als voedsel, maar ook als lastdier en voor melk, huid, ei- en vleesproductie. Andere dieren hebben een nog gespecialiseerder functie gekregen; denk maar eens aan blindengeleidehonden. Of het houden van mooi gekleurde visjes voor de sier.
Van alle diersoorten is maar een heel klein deel gedomesticeerd. Een dier moet namelijk wel de juiste eigenschappen bezitten.
Wolf
De domesticatie van de wolf (Canis lupus lupus) gebeurde meer dan 12.000 jaar geleden. Ze kregen voedsel in ruil voor waakzaamheid. De wolf is het eerste gedomesticeerde dier. Wolven huilen om hun territorium af te bakenen. Ze leven in roedels met een strenge sociale rangorde. Het alfamannetje en zijn vrouwtje zijn de leiders. Alleen zij mogen zich voortplanten.
De wolf (collectie) is gekruist op bepaalde eigenschappen die voor de mens gunstig bleken. Hieruit is de hond (collectie) ontstaan. Er kwamen steeds grotere verschillen onderling en met de oorspronkelijke wilde voorouder de wolf.
Het verschil in DNA tussen hond (Canis lupus familiaris) en wolf is maar zo’n 0,2 %! Biologisch gezien horen ze nog tot dezelfde soort aangezien ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen. Binnen de soort hond zijn er vele tientallen hondenrassen: van poedel tot husky tot herdershond. Deze hondenrassen zien er verschillend uit; omdat ze elk een eigen functie hebben. Zo is de poedel traditioneel een gezelschapshond, de husky een sledehond en de herdershond een echte waakhond. En zo zijn er nog veel meer hondenrassen geselecteerd op de meest geschikte eigenschappen. Soms gaat doorfokken ook te ver. Er kunnen dan problemen ontstaan met de ademhaling zoals bij de pekinees met zijn platte snuit. Of er komen rugproblemen zoals bij de tekkel etc. Tegenwoordig worden de meeste honden gehouden als gezelschapsdier.
Kip
De kip (Gallus domesticus) is gedomesticeerd rond 2000 voor Chr. De vrouwelijke kip heet hen en de mannelijke kip haan. Hanen zijn meestal groter dan hennen en hebben meestal mooi gekleurde veren en een kam. Een hen legt haar eieren in seizoenen. Het eerste seizoen legt zij de meeste, zij het kleinste eieren. Daarna wordt het aantal minder, maar de eieren groter. Na vier seizoenen neemt de eiproductie af.
De eiproductie wordt beïnvloed door het aantal uur licht per dag. Een legbatterijkip leeft met kunstmatige belichting en is dus niet afhankelijk van het zonlicht.
In de bio-industrie zitten kippen dicht op elkaar waardoor ze vatbaarder zijn voor ziektes zoals vogelpest.
De kip (collectie) heeft ongeveer 20.000 genen waarvan zestig procent ook bij de mens voorkomen! Het is het eerste landbouwhuisdier waarvan alle genetische informatie bekend is. Dit is van belang voor de fokkerij, die selecteert op sneller groeien en de leg van meer en betere eieren. Recent ligt de nadruk meer op het onderdrukken van agressief gedrag en de vergroting van weerstand tegen ziektes.
Het genetische verschil tussen twee kippen is zes keer zo groot als tussen twee mensen!
De grote genetische variatie bij kippen maakt het selecteren op bepaalde eigenschappen makkelijker.
Alpaca en lama
De wilde voorouder van de lama, Lama glama, die al zesduizend jaar geleden werd gedomesticeerd is niet met zekerheid bekend. De guanaco die nog steeds in het wild leeft kan de voorouder zijn, maar het is ook mogelijk dat een uitgestorven guanaco de voorouder is. Lama’s worden groter en zwaarder dan de andere soorten. Ze zijn makkelijk te herkennen aan hun banaanvormige oren. Lama’s leveren wol, vlees en melk en het zijn plezierige last- en rijdieren. Er worden, verspreid over de hele wereld, ruim drie miljoen lama’s (collectie) gehouden.
Alpaca’s (collectie) zijn kleiner dan lama’s en hebben een kortere snuit. Ze leveren eersteklas wol: hun hele lichaam is er van top tot teen mee overdekt. Het groeit, wanneer ze niet geschoren worden, door tot op de grond. Hun voorouder is waarschijnlijk de guanaco. Maar ook de vicuña wordt niet uitgesloten. Eeuwenlange selectie door de indianen heeft hun snuiten korter en hun vacht langer en dichter gemaakt.
Guanaco’s (collectie) waren vroeger over grote delen van Zuid-Amerika verspreid. Veel jonge dieren werden door poema’s opgegeten, maar nu die zijn afgenomen sterven veel dieren van de honger. Tot op Vuurland waren ze te vinden, maar nu alleen nog in de hogere delen van de Andes. Ze hebben net als de andere lamasoorten een dubbele vacht.
Goudvis
In Aziatische landen wordt gebakken goudvis (Carassius auratus auratus) beschouwd als lekkernij. Ongeveer 300 jaar geleden kwam de goudvis naar Europa. Nog steeds is de goudvis een populaire siervis. Tegenwoordig zijn er talloze doorgekweekte vormen met namen als bijvoorbeeld: “leeuwenkop” en “waaierstaart” die geselecteerd zijn uit natuurlijke mutaties.
Als twee giebels in een verschillend milieu opgroeien, laten zij een grote variatie zien in vorm en kleur. Dit is de reden van de grote verscheidenheid aan verschillende soorten goudvissen die van de giebel, de wilde vorm, afstammen.
De giebel heeft jongen waar altijd wel een paar goudgele of oranjekleurige exemplaren tussenzitten. Ooit werden die ertussenuit gehaald en verder gekweekt. Hieruit is de goudvis ontstaan.
Aan de goudvis kun je goed zien dat zijn schubkleur een genetisch recessieve mutatie is. Dat is een genetisch zwakke verandering die dubbel moet worden overgeërfd wil het tot uiting komen. Daarom hebben goudvissen nog altijd de neiging om te terug te keren naar hun wilde vorm; dit kun je goed zien als ze jongen krijgen. Er zijn er dan vaak vele grijze en zwarte bij, net als de wilde vorm.
Cavia
De eerste domesticatie van de cavia vond ongeveer 2000 v. Chr. in Zuid-Amerika plaats.
Cavia’s (collectie) werden vroeger ook wel Guinese biggetjes genoemd. Het zijn geen varkentjes, maar de naam komt waarschijnlijk van het knorrende geluid dat ze maken. Cavia’s zijn knaagdieren. Ze komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en worden daar veel gegeten! Hier dienen ze vooral als gezelschapsdier.
De wilde cavia leeft op grasvlakten. Hij eet behalve veel gras ook zijn eigen keutels. Dit doet hij om zijn spijsvertering gaande te houden. De wilde caviaman leeft in een harem met een aantal vrouwtjes en hun jongen.
De tamme cavia wordt wel twee keer zo groot als zijn wilde voorouder!
Domesticatie van gewassen
Maïs
Maïs (collectie)is een gras, dat ongeveer 5000 jaar geleden door indianen in Midden-Amerika in cultuur is gebracht. Na de ontdekking van de Nieuwe Wereld door Columbus volgde in de zestiende eeuw de introductie in Europa.
Tarwe
Tarwe (collectie) is waarschijnlijk het oudste in cultuur gebrachte gewas. Het ontstond uit de kruising van drie wilde vooroudersoorten. We weten sinds kort de precieze plaats waar dat gebeurd is: het zuidoosten van Turkije ongeveer 11.000 jaar geleden.
Rijst
Rijst (collectie) is een gras waarvan de oorsprong in Azië ligt. Het is ongeveer 4500 jaar geleden in cultuur gebracht. Behalve in water groeiende “natte” rijst zijn er ook “droge” rijstvariëteiten.
Aardappel
Ongeveer 200 na Christus is een van de vele soorten aardappels (collectie) in cultuur gebracht. Na de ontdekking van Amerika is deze plant in de 16e eeuw naar Europa gebracht. Eeuwenlang was ’t het hoofdvoedsel voor de armen. Na een mislukte oogst volgde vaak hongersnood.
Aardappelen zijn er in allerlei soorten en maten. In Nederland kennen we wel 250 rassen. Ze verschillen in kleur, vorm en kooktype. Maar ook kan het ene ras bijvoorbeeld beter tegen droogte dan het andere of het is minder gevoelig voor ziekte.
Genetische modificatie van de aardappel
Wetenschappers zijn nu bezig met onderzoek naar genetische modificatie van de aardappel. Door het DNA te veranderen kunnen zij de aardappels minder gevoelig maken voor ziekten en wordt gewasbescherming misschien wel overbodig. Dat scheelt veel geld en het is beter voor het milieu.
De aardappel kan op nog veel meer manieren worden aangepast. Bijvoorbeeld door zijn omvang te vergroten of door het vitaminegehalte te verhogen. Er zijn zelfs wetenschappers die er in geslaagd zijn om planten zodanig genetisch te veranderen dat ze zelfs geneesmiddelen kunnen produceren! Zo krijg je gezondere aardappels…en misschien kunnen we er uiteindelijk het wereldvoedselprobleem mee oplossen?