Op 1 februari 2013 is het vier jaar durende project meSch van start gegaan, dat erfgoedprofessionals in staat wil stellen om op laagdrempelige manier fysieke interactie met digitale objecten te realiseren. Opkomende technologieën zoals Internet of things, smart objects en adaptive verhaallijnen worden daarbij aangereikt als nieuwe manieren om cross-mediale content te ontsluiten.
Het probleem
Interactie met digitaal erfgoed op locatie of in een erfgoedinstelling verloopt op dit moment vooral via beeldschermen: tablets, mobiele telefoons of touchscreens. Het nadeel daarvan is, dat deze interactie maar op één persoon tegelijk gericht is. Met andere woorden: als je met een groepje naar het museum gaat, kijkt iedereen naar zijn of haar eigen schermpje. Niet echt gezellig en door de beperkte mogelijkheden en het ontbreken van fysieke sensatie ook een stuk minder indrukwekkend dan de omgang met tastbare objecten. Maar ook de omgang met digitaal erfgoed op zich is vaak beperkt tot de eigen collectie, terwijl er online al zoveel meer beschikbaar is wat de context van de eigen collectie zou kunnen verrijken.
De oplossing
meSch wil hier verandering in brengen door niet alleen smart objects in tentoonstellingen toegankelijk te maken, maar ook de grenzen van het hergebruik van digitaal erfgoed te verleggen. Smart objects zijn objecten (zoals bijvoorbeeld 3D geprinte replica´s van originele artefacten) die van verschillende omgevingsbewuste en omgevingsbeïnvloedende sensoren zijn voorzien. Soortgelijke sensoren vind je ook in smartphones; bijvoorbeeld wanneer de inhoud op het scherm zich aanpast aan de manier waarop je de telefoon vasthoudt: rechtop of liggend. In het geval van meSch zullen de smart objects ook een electronische kern bevatten die met digitale content geprogrammeerd kan worden.
De werkwijze
Het idee is dat de conservator die een tentoonstelling samenstelt informatie uit het eigen collectieregistratiesysteem haalt, maar ook contextueel gerelateerde content aanbevolgen krijgt via het meSch platform. Deze content kan uit verschillende beschikbare bronnen gehaald worden, zoals Europeana, Open Data, Wikipedia of Flickr. Als de verhaallijn van de tentoonstelling af is, bedenkt de conservator welke smart objects erbij passen en kiest er een reeks van bewegingen en interactieregels voor, die de bezoeker moet hanteren om de digitale content in de tentoonstelling te ontsluiten. De smart objects worden gemaakt door een FabLaben daar ook voorzien van de benodigde sensoren om de gewenste interactie mogelijk te maken. Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een smart object in handen waarmee ze op fysieke manier digitale content interactief ontsluiten. Op het einde van hun tocht krijgen ze een fysiek data souvenier mee, waarmee ze de verkenningstocht thuis op de computer kunnen voortzetten, gebaseerd op hetgeen ze in de tentoonstelling het meest interessant vonden.
De uitkomst
Het is het uiteindelijke doel van meSch om een geïntegreerd hardware- en softwareplatform op te leveren, dat erfgoedprofessionals in staat stelt adaptive verhaallijnen samen te stellen en er hun eigen smart objects voor te maken. Uit drie case-studies moet blijken welke smart objects en welke soorten interactie het meest geschikt zijn voor bepaalde groepen bezoekers. Deze case-studies worden uitgeveord bij de musea die bij meSch betrokken zijn (Museon, Allard Pierson en Museo della Guerra). Ook zal het meSch platform in co-design ontstaan (gemeenschappelijk, met zowel interaction designers als erfgoedprofessionals), om optimale bruikbaarheid te garanderen.
- Sheffield Hallham University (coördinatie)
- Allard Pierson Museum / UvA
- eCTRL solutions
- Fundazione Bruno Kessler
- Museo Storico Italiano della Guerra
- Museon
- University Carlos III Madrid
- University of Limerick
- University of Strathclyde
- University of Stuttgart
- Waag Society
Projectwebsite
Het meSch onderzoek wordt gefinanceerd door het zevende kader programma van de Europese Commissie (KP7).
Meer informatie vind je op de projectwebsite: www.meSch-project.eu