Children in Wartime
Hoe was het om kind te zijn in oorlogstijd? Wat kon een kind wel en niet begrijpen? Welke invloed had de oorlog op hun dagelijkse leven?
Antwoorden op deze vragen zijn terug te vinden in verhalen, voorwerpen, foto’s, filmfragmenten en documenten van 34 bekende en onbekende mensen, die kind waren toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Zij laten zeer dierbare voorwerpen zien die hun waarde vooral danken aan de verhalen en herinneringen die erachter schuil gaan.
Willem Nijholt was zeven toen de oorlog in Nederlands-Indië begon. Toen hij na een transport in een gloeiend hete goederentrein aankwam in het kamp, is zijn fotoalbum door een Japanse bewaker verscheurd. Wonder boven wonder zijn delen hiervan bewaard gebleven en nu te bezichtigen in de tentoonstelling.
Jan Montyn was vijftien jaar oud toen de oorlog uitbrak. In de tentoonstelling vertelt hij hoe hij aan Duitse zijde aan het Oostfront vocht, wanneer hij voor het eerst hoorde over het lot van de Joden en hoe hij uiteindelijk tot inkeer kwam. In de loopgraven maakte hij bij 25 graden onder nul tekeningen met een stokje en wat houtskool, die hij tijdens zijn verlof in 1945 aan zijn moeder gaf. Deze tekeningen zijn te zien in de expositie.
Fia Polak was veertien jaar toen zij in 1944 met haar ouders op transport werd gezet naar Auschwitz-Birkenau. Zij vertelt over het nummer in haar arm, de werkdagen van veertien uur, slagen, hondenbeten, ziektes, ontberingen, medische experimenten en vooral: honger.
De meer feitelijke achtergronden van de Tweede Wereldoorlog, waarin de persoonlijke verhalen en voorwerpen hun context krijgen, zijn te achterhalen in een opstelling die als archief is ingericht. Dit archief herbergt een schat aan informatie, waaronder geluidsfragmenten, documenten in lades, krantenartikelen in mappen, voorwerpen en computerprogramma’s. Het archief belicht zaken als Jeugdstorm, hongerwinter, jodenvervolging en onderwijs. De foto’s en de tekeningen zijn samen met voorwerpen en verhalen van bekende en onbekende Nederlanders terug te vinden in dit archief. Kind in oorlog vormt een bijzondere weergave van de ingrijpende invloed die oorlog op kinderen heeft door de feiten en de persoonlijke verhalen van kinderen uit de Tweede Wereldoorlog en de hedendaagse oorlogssituaties te laten zien.
Kindermonument in het Museon
Een plaquette in de tentoonstelling herinnert aan het rampjaar 1942, waarin de joodse kinderen uit Den Haag werden weggevoerd. Het overgrote deel van die kinderen kwam nooit terug. Het ontwerp is van de Haagse beeldhouwer Theo van der Nahmer. Na de afbraak van de Joodse lagere school in de Bezemstraat in Den Haag is deze plaquette aan het Museon geschonken.
Kinderboekenschrijfster Kitty Coster heeft zich na de oorlog ingezet om de namen van de weggevoerde kinderen te redden. Ze achterhaalde de namen van 1691 kinderen tussen 4 maanden en 20 jaar oud, die door het naziregime werden vermoord. In 2012 werd verder onderzoek gedaan naar de namen van de verdwenen joodse kinderen en werd de lijst aangevuld met tientallen namen van Roma en Sinti kinderen. In totaal staan nu 2061 namen vermeld.